Over mijn boek
'Mijn Rechtervoet' is een fictief verhaal dat sterk gebaseerd is mijn kijk op het leven en bepaalde gebeurtenissen die ik - een moslim met een zware motorische beperking - meegemaakt heb.
​
​
Waarom schreef ik een boek?
Ik heb besloten om een boek te schrijven om voornamelijk deze twee redenen.
Ten eerste hoop ik mensen, die niet noodzakelijk nauw in contact staan met personen met een beperking, een kijk te geven in het leven van een persoon die een beperking heeft. Onder de bevolking heerst er nog altijd een grote onwetendheid. De meeste mensen zijn nooit in contact gekomen met iemand met een beperking waardoor ze niet goed weten hoe ze met hen moeten omgaan. Het resultaat hiervan is dat mensen die mij - of mijn lotgenoten - niet goed kennen, mij aanspreken alsof ik hen niet kan verstaan, of mij aanzien als een persoon met wie ze niet kunnen communiceren. Of ze kunnen in de waan zijn dat ik een zielig, miserabel leven heb. Met 'Mijn Rechtervoet' wil ik mensen bewust maken dat mensen met een beperking op de eerste plaats mensen zijn, die ook dromen, ambities en relaties met anderen hebben en meningen hebben over alles en nog wat.
​
Verder heb ik ook een persoonlijke reden om dit boek te schrijven.
Omdat ik fysiek zwaar beperkt ben, ben ik uitermate afhankelijk van andere mensen. Het is een zegening van Allah, de Verhevene, dat ik altijd kon werken met mensen die passioneel waren: zij vertelden mij openhartig over hun ervaringen, gedachten, dromen en ambities. Hierdoor leerde ik hen door en door kennen. Maar ik had meestal niet het gevoel dat dat ook andersom het geval was.
Ik kan fysiek niet spreken, maar met behulp van mijn spraakcomputer kan ik wel in theorie alles vertellen wat ik wil vertellen. Maar in de praktijk is het niet altijd zo. Het is namelijk zo dat het voor mij tijd kost om uit te schrijven wat ik wil zeggen. Hoewel het mij gelukt is om die tijd met de jaren drastisch te verkorten, kan het nog niet de snelheid evenaren van iemand die gewoon kan spreken. Daarom gebeurt het wel eens dat ik iets wil vertellen, maar dat mijn gesprekspartner niet de tijd heeft om te wachten totdat ik mijn boodschap uitgeschreven heb. Of het kan ook zijn dat ik gewoon geen zin heb om juist op dat moment een hele essay te schrijven.
Door deze realiteit blijft er dus veel ongezegd.
Mensen vertelden mij vaak dat zij heel graag eens in mijn hoofd wilden kijken. Ik geloof dat die mensen zullen genieten van mijn boek.