top of page
  • Foto van schrijverÖmer Guney

Het Afhankelijkheidsgevoel

Ik ben iemand met een zware motorische beperking. Dat betekent dat ik afhankelijk ben van derden voor alles en nog wat. Zonder hulp van anderen zou ik eigenlijk niet in leven kunnen blijven, en dit kan soms een angstaanjagende gedachte zijn.


Stel je eens voor: je wordt ‘s morgens wakker, maar je kan zelf niet uit bed komen. Je hebt honger of dorst, maar eten of drinken kan je niet zelf. Je moet hoognodig plassen, maar zelf naar de WC kan je niet. Om al deze banale – en nog vele andere – zaken te verrichten, moet er telkens iemand zijn die me helpt. Deze afhankelijkheid kan soms doorwegen op mijn mentale toestand en er vervolgens voor zorgen dat ik pieker. Dan rijzen er vragen op zoals: “Wat als er niemand in de buurt is om me te helpen,” of “wat als ik te veel vraag aan degenen die me helpen?”


Ik ben natuurlijk niet de enige die over dit onderwerp piekert: vele van mijn lotgenoten worstelen, in variërende mate, met dezelfde vragen. Het is grotendeels om te laten zien dat iedereen deze natuurlijke bezorgdheden heeft, dat ik deze blogpost schrijf. Daarnaast wil ik vertellen hoe ik deze gedachten kan relativeren, met de hoop dat ook anderen hier soelaas aan kunnen hebben.


Het is belangrijk om de menselijke natuur eerst correct te vatten en pas daarna kunnen we beginnen te begrijpen waarom ik en mijn lotgenoten ons zo voelen. De mens heeft drie instincten: namelijk, het overlevingsinstinct, het voorplantingsinstinct (beter het sociale instinct genoemd) en het aanbiddingsinstinct. Met deze instincten kunnen we verklaren waarom de mens doet wat hij doet.


Het overlevingsinstinct zet de mens aan om handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om te overleven, om een veilig en comfortabel leven te hebben. Dit instinct pusht de mens om in een samenleving te leven zodat hij beschermt wordt en er een vangnet is als hij bijvoorbeeld ziek is. Ook zorgt dit instinct ervoor dat hij zich zal verdedigen of zal vluchten als hij in gevaar is.


Het sociale instinct stimuleert de mens om handelingen te ondernemen om een gezin te stichten, of zijn relatie met zijn gezin te onderhouden. Het is dus veel breder dan louter de seksuele driften van het individu. De platonische liefde die kinderen en ouders voor elkaar voelen, de nood aan een stabiel en harmonieus gezinsleven zijn allen een manifestatie van het sociale instinct.


En als laatste heb je het aanbiddingsinstinct. Het aanbiddingsinstinct zorgt ervoor dat het individu zich richt naar iets of iemand die machtiger is dan hemzelf wanneer hij zich onbeduidend of onmachtig voelt. Dit vindt plaats wanneer hij bijvoorbeeld een documentaire bekijkt over hoe groot het universum wel niet is, of hoe broos de systemen binnenin zijn lichaam zijn. Deze dingen doen het individu realiseren dat hij onmachtig is en vervolgens duwt deze realisatie het individu om iets machtigers te zoeken dan hemzelf. Wat het individu machtiger acht, hangt af van zijn emotie. Zo kan het individu de Schepper machtiger vinden en zich aan Hem overgeven om zijn leven in goede banen te leiden. Maar evengoed kan hij iets anders machtiger achten en naar dat ding of die persoon kijken voor advies. Zo zien we dat tegenwoordig vele mensen opkijken naar (sociale) mediafiguren om hun problemen op te lossen. Ook dit is een manifestatie van het aanbiddingsinstinct.


Wanneer ik denk over wat de oorzaak is waarom mijn lotgenoten en ik hyperbewust zijn van onze afhankelijkheid, kom ik tot de conclusie dat dit gelinkt kan worden met zowel het overlevings- als het aanbiddingsinstinct.


Waarom het overlevingsinstinct dit gevoel opwekt, is volgens mij duidelijk: doordat ik – en bij uitbereiding mijn lotgenoten – afhankelijk ben van derden, is het natuurlijk dat ik vrees heb voor het geval dat niemand in de buurt zal zijn die mij kan helpen. Dit is iets natuurlijks en het stimuleert mij om vooruit te denken en oplossingen te zoeken voor het geval dat degenen die mij helpen, niet (meer) beschikbaar zijn. Met andere woorden dwingt het overlevingsinstinct ervoor om plannen klaar te hebben als het noodlot toeslaat.


Ook het aanbiddingsinstinct speelt hier een rol volgens mij. Zoals eerder gezegd, zorgt het aanbiddingsinstinct ervoor dat het individu zich onbeduidend en onmachtig voelt als hij iets groots waarneemt. Deze natuurlijke reactie zorgt ervoor dat het individu op zoek zal gaan naar iets machtigers dan hemzelf om zo zijn eigen onmacht een plaats te kunnen geven. Dit geldt ook voor mij en mijn lotgenoten. Doordat wij vaker geconfronteerd worden met onze eigen onmacht, zijn we meer geneigd om manieren te vinden om onze onmacht een plaats te geven. En hopelijk bevredigen wij het aanbiddingsinstinct correct door Hem te aanbidden die het meeste waard is om aanbeden te worden. Enkel als we het aanbiddingsinstinct correct bevredigen door Hem te aanbidden Die het meest geschikt is om aanbeden te worden, zullen wij dit afhankelijkheidsgevoel op een correcte manier kunnen relativeren en vervolgens ervoor zorgen dat onze hart rust vindt.


Verder is het volgens mij belangrijk om te realiseren dat zorg iets natuurlijks is voor de mens, het is een manifestatie van het sociale instinct. Dit zorgt ervoor dat familieleden bereidwillig zijn om voor elkaar te zorgen. Het kan natuurlijk zo zijn dat de zorg van het individu fysiek te zwaar is en in dat geval moet er gekeken worden naar oplossingen – hetzij door hulpmiddelen aan te schaffen, hetzij door professionals in te schakelen. Maar mentaal gesproken zorgt het sociale instinct ervoor dat mensen met liefde zullen zorgen voor hun zorgbehoevende gezinsleden.


Kortom: het is iets natuurlijks om je zorgen te maken over je afhankelijkheid en tegelijkertijd is het even natuurlijk dat mensen bereidwillig zijn om te zorgen. Als we deze feiten in onze achterhoofd houden, kunnen we het afhankelijkheidsgevoel een plaats geven.

50 weergaven

Wat is er nieuws?

bottom of page