20 juli: de heenreis
Ons reis naar Cancun, Mexico is begonnen!
Van 24 tot 27 juli vindt er in Cancun, Mexico een internationaal congres plaats over alles over Ondersteunde Communicatie (OC) en ik heb de eer gekregen om hieraan deel te nemen met dank aan de Nederlandse organisatie Koninklijke Kentalis.
Op deze hoogdagen voor OC zullen er meer dan 200 presentaties gegeven worden over zeer uiteenlopende onderwerpen, gaande van hoe men OC het beste kan inzetten in het reguliere onderwijs, tot het inspirerende verhaal van een professionele bocciaspeler.
De komende tien dagen zal ik – zolang het haalbaar is – dagelijks verslag uitbrengen over mijn reis en het congres. Morgen beginnen we aan onze eerste etappe van onze reis: met de TGV naar Parijs.
Kom morgen zeker terug om te lezen hoe deze eerste etappe verlopen is.
21 juli: Parijs (vanuit een hotel)
Deze ochtend zijn we relatief vroeg opgestaan na toch wel een goede nachtrust.
Omstreeks 12:45 kwamen we aan in het station van Genk om te reizen naar Brussel-Zuid en vanaf daar namen we de TGV naar Parijs. Beide treinritten verliepen goed. Verder is er hierover niet echt iets benoemingswaardig te vertellen denk ik. Iets waar ik wel van opkeek, was hoe snel we in Parijs waren. De treinrit van Brussel naar Parijs duurde nog geen twee uur. Daarbovenop is de trein ook nog uiterst toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Dus het buitenland is veel gemakkelijker bereikbaar dan ik eerst dacht.
Voor morgen staat onze vlucht naar Cancun op de planning. Ik heb al vaker gevlogen wanneer we tijdens de zomers naar Turkije gingen. De vlucht naar Turkije duurt doorgaans vier uur en op het einde van die vier uur krijg ik altijd last van mijn rug en benen. Omdat de vlucht naar Mexico maar liefst tien uur zal duren, en omdat ik in de volgende dagen liefst in staat moet zijn om heel de dag lezingen bij te wonen, heb ik noodgedwongen moeten vragen of we niet konden vliegen met business class zodat ik tijdens de vlucht kon liggen. Gelukkig was dat voor de mensen van Kentalis geen probleem.
Kom morgen zeker terug om te lezen hoe onze vlucht verlopen is. En tot dan kun je genieten van deze foto's.
Tot morgen
22 juli – 23 juli: de vlucht en de supermarkt
Na een mediocre nachtrust – slapen is sowieso al niet mijn beste talent en als ik ook nog ergens anders moet slapen, is het nog moeilijker – en na ontbeten te hebben in het hotel – best omeletten ever - vertrokken we omstreeks 9u naar Aéroport Charles de Gaulle. De route ernaar was goed rolstoeltoegankelijk: we moesten de tramlijn nemen die enkel de luchthaven bedient, en dat ging van een leien dakje. Er moest zelfs geen oprijplaat voor mij gelegd worden, ik kon de tram in- en uitrijden naar believen. Iets waar onze openbare vervoersmaatschappijen zeker lessen uit kunnen trekken.
Eens aangekomen op de luchthaven, moesten we onze bagage eerst van een etiquette voorzien. Dit konden we zelf doen en dus begonnen we te bekijken hoe dat moest. Terwijl we daarmee bezig waren, zag een man ons en besloot om ons te helpen. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat de man alleen maar goede intenties had - en misschien dacht hij dat we al gauw moesten opstijgen - was hij tamelijk opdringerig. Terwijl mijn vader bezig was zijn instructies op te volgens, nam hij meermaals over, of antwoordde wanneer mijn vader zijn vraag nog maar half had uitgesproken. Dit terwijl wij maar liefst 5 uur eerder naar de luchthaven waren gekomen - want waarom in het hotel wachten als we dat ook op de luchthaven konden doen. Zeker een interessant karakter die man, maar uiteindelijk heeft hij ons goed geholpen.
Nadat onze bagage geëtiketteerd was, gingen we verder naar de veiligheidscontrole om daar ons ook aan te melden voor assistentie. Onze assistent begeleidde ons door de luchthaven, eerst hadden we nog een veiligheidscontrole en daarna moesten we de arm van mijn spraakcomputer afgeven als een 'oversized luggage’.
En daarna kwamen we erachter dat personen die business class vliegen, in een aparte mooi ingerichte wachtzaal mochten wachten met een open buffet vol lekkers - best brownies ever. Na ongeveer 3 uur wachten geloof ik, haalde mijn assistent ons terug op om naar het vliegtuig te gaan.
Zoals ik eergisteren al schreef, boekten we plaatsen in business class omdat de vlucht maar liefst tien uur ging duren. Zodoende kon ik al liggend vliegen en hoopte ik rugpijn op de dagen daarna te vermijden. Tien uur vliegen is lang, maar gelukkig had ik genoeg dingen om me bezig te houden.
Ik beluisterde een aantal uur De Mitsukoshi Troostbaby Company door Auke Hulst. Dit hooggeprezen en veelbesproken boek gaat over vele onderwerpen eigenlijk. Het gaat over verlies en – in mijn mening dan toch – een zeer ongezonde manier om daarmee om te gaan. Het gaat over de uitdagingen die een schrijver heeft in zijn leven. Het gaat over een toekomst waar al onze huidige vrezen waar zijn geworden: extreemrechts die aan de macht is, een regering die zijn onderdanen met behulp van A.I. onderdrukt en een wereld die dreigt onder te gaan door klimaatverandering. Al bij al een goed boek.
Tijdens onze vlucht kregen we ook een hele driegangen voorgeschoteld en het menu bestond grotendeels uit vis.
Na tien uur constant vliegen zijn we geland in Cancun. En heeft het geholpen om al liggend te kunnen vliegen? Ja hoor, ik had naderhand geen rugpijn.
Nogmaals wil ik Kentalis bedanken om dit zo te willen regelen!
Na deze keer wel een hele goede nachtrust te hebben gehad (we zijn dan ook ongeveer 20 uur aan een stuk wakker geweest, afgezien van een dutje van een halfuur misschien op het vliegtuig) zijn we in het Krystal hotel te Mexico wakker geworden. Mijn plan voor vandaag was mee te doen aan de pre-conferentie en daar lotgenoten ontmoeten. Maar helaas: hiervoor moest ik me inschrijven, wat ik niet gedaan heb. Ik denk dat ik dat destijds bewust niet gedaan heb om een rustdag te hebben.
We zijn dan maar naar de supermarkt geweest. Dat klinkt echt ludiek: "En Ömer, hoe was je eerste dag in Mexico?" "Goed, we zijn naar de supermarkt geweest." Daarna zijn we de hele dag in het hotel gebleven omdat het hier echt snikheet is. In de avond gingen we wel naar buiten om iets te eten. Ik heb een Iraanse specialiteit besteld omdat dat goed klonk: aardappelen met kaas en 'gravey' en ja hoor: ik vond het heerlijk!
Morgen gaat de conferentie echt van start. Dus jullie mogen meer inhoudelijke verslagen verwachten over wat ik geleerd heb of wat mijn bedenkingen zijn over een gegeven onderwerp
Tot morgen inshallah
24 juli – 25 juli: dag 1 en 2 van het congres
Maandag werd het startschot gegeven voor het congres, maar eerst moesten we een groot probleem oplossen.
We wisten dat het Mexicaanse stroomnet mogelijk incompatibel zou kunnen zijn met de oplader van mijn rolstoel en hadden hiervoor een omvormer aangeschaft. Toen we zondagavond aanstalten maakten om te gaan slapen en mijn rolstoel trachtten op te laden, maakten we een angstaanjagende observatie: de oplader viel na tien seconden uit. Dat was een angstaanjagende observatie zo ver van huis, maar gelukkig konden we een dag later al een oplossing vinden. Onze buurman in het hotel zit ook in een elektrische rolstoel en hij gaf graag zijn lader voor die dag. En op het congres zagen we een andere lotgenoot die hetzelfde probleem had, hij was veel meer bezorgd dan mij. Het moest zo zijn dat ze net toen op weg waren om iemand van een lokale verdeler te spreken. Die verdeler heeft ons alle twee kunnen helpen Alhamdulillah!
De openingsceremonie bevatte een welkomstwoord, een interactief gedeelte waar men alle landen opzegde en mensen in het publiek begonnen te klappen als zij uit dat land kwamen, en een Mayaanse dansoptreden. Wat mij het meeste bijgebleven is, is het verhaal van Soojong Kim, een Zuid-Koreaanse die communiceert met haar spraakcomputer en toch lesgeeft in een universiteit. Ze zei dat het heel wat werk is om een les voor te bereiden: het is niet genoeg om de hele les uit te schrijven, je moet ook nog zorgen dat de spraakcomputer elk woord correct uitsprak, komma's en punten toevoegen om berekende stiltes in te brengen, en daarna moet je alles laten voorlezen om te timen of niet te kort is. Al deze dingen waren uiterst herkenbaar voor mij, iets wat die dag meermaals zou voorkomen.
Het vierdaagse congres telt ongeveer 300 presentaties, dat zijn er 75 per dag! Dus het is nodig om een keuze te maken welke presentaties we bij willen wonen, en soms is dat zeer moeilijk. De eerste presentatie die ik bijgewoond heb, ging over of OC-gebruikers gebruik kunnen maken van een virtuele assistent - denk aan Siri. Uit onderzoek heeft men geconcludeerd dat het gebruik van virtuele assistenten onder OC-gebruikers heel laag is omdat de modellen getraind zijn op typische spraak. Dat kan ik beamen: jaren terug hadden we met school naar een inkijkhuis bezocht waar er typische aanpassingen in een typische situatie tentoongesteld worden. Daar was ook een van de eerste smart-tv's te zien die je ook kon bedienen met je stem. Maar wanneer ik met mijn spraakcomputer tegen de TV probeerde te praten, werd ik frontaal genegeerd. Maar met de verdere ontwikkeling van de technologie kunnen OC-gebruikers steeds gemakkelijker gebruikmaken van virtuele assistenten. En dit kan leiden tot de vergroting van mogelijkheden voor OC-gebruikers en mensen met een beperking in het algemeen.
Een andere presentatie die me bijgebleven is van die dag ging over 'typ tijd'. Hier werd uiteengezet hoe verschillend tijd kan zijn voor leerlingen die een spraakcomputer gebruiken en kinderen die daar geen behoefte aan hebben. Ik heb er niets nieuws gehoord, maar dat was het juist: het was angstaanjagend hoe erg de ervaringen van andere OC-gebruikers overeenkwamen met de mijne. De professor die dit onderzocht vertelde bijvoorbeeld dat OC-gebruikers vaak vergeten worden in een groepsgesprek, dat gedwongen stiltes (als men in ongemakkelijke stilte wacht op de boodschap van de OC-gebruiker) vaak meer stresserend is voor de OC-gebruiker, of dat het gesprek via e-mail of een berichtenservice vaak aangenaam is voor de OC-gebruiker omdat beide partijen dan tijd nodig hebben om hun berichten uit te schrijven. Deze en andere bevinden die ze aanhaalde heb ik persoonlijk ook gehad of over nagedacht.
Maandag heb ik ook de TD Pilot kunnen uitproberen, een iPad met oogbesturing van Tobii Dynavox. Toen deze product voor het eerst op de markt verscheen en ik te weten kwam dat het evenveel zou kosten als een dynamische spraakcomputer (zoals de Tellus of de I-series), was ik geïrriteerd omdat je met dat geld zeker 15 en misschien wel 20 nieuwe iPads zou kunnen aanschaffen. Maar hoe meer ik erover las, hoe meer ik realiseerde dat dit een volwaardige spraakcomputer was. Dat kon ik tijdens de test beaamen. TD Talk, een zeer gefocust spraakprogramma om een gesprek te voeren met iemand, was ook geïnstalleerd op de TD Pilot.
25 juli: dag 2
Aanvankelijk was mijn bedoeling om deze verslagen dagelijks te schrijven en te posten. Maar ik heb grandioos overschat hoeveel vrije tijd ik hier zou hebben. Wat er hierna volgt, schrijf ik na het congres, dus mogelijk is het iets minder gedetailleerd.
Dinsdag, de tweede dag van het congres, woonde ik de presentatie bij van Will Wade (specialist in ondersteunde technologie en mede-ontwikkelaar van het briljante programma Dasher) over waarom het belangrijk is om de typsnelheid van OC-gebruikers te testen en hoe men dat best kan doen. Als het komt op OC is snelheid natuurlijk niet de enige factor die belangrijk is: sneller kan betekenen dat de gebruiker sneller vermoeid raakt waardoor de gebruiker – als we het over een langere periode beoordelen – uiteindelijk minder kan communiceren, of dit kan ook betekenen dat de gebruiker veel fouten maakt waardoor hij meer moet corrigeren waardoor hij uiteindelijk weer minder kan communiceren. Maar soms kan de gebruiker sneller communiceren door gewoon meer te oefenen of misschien door over te schakelen naar een ander systeem. Hoewel de presentatie van meneer Wade voornamelijk academisch was, was ik blij om te horen dat hier ook aandacht aan besteed wordt. Snelheid is misschien niet alles, maar ik vind dat het een goede zaak is als OC-gebruikers de mogelijkheid hebben om sneller te communiceren.
Na de presentatie van meneer Wade, woonde ik een presentatie bij over andere oplossingen buiten oogbesturing. Persoonlijk maak ik ook soms wel de fout om de mensen die mij om advies vragen direct oogbesturing te adviseren. Voor mij persoonlijk werkt oogbesturing heel goed. Omdat ik deze technologie pas veel later ontdekt hebt, ben ik soms iets te enthousiast om hierover mensen op de hoogte te brengen. Maar oogbesturing kan voor velen niet geschikt zijn om ver uiteenlopende redenen.
Dinsdag kreeg ik ook de kans om het oogbesturingssysteem van de Spaanse firma IRISBond uit te proberen – die trouwens een zeer ambitieuze slogan heeft: “One eye tracker to rule them all.” In de praktijk merkte ik echter al vlug dat ze nog heel wat moeten ontwikkelen en verbeteren om hun slogan waar te maken. Het ding waar zij mee uitpakken is dat hun oogbesturingsapparaat zowel op een Windows computer als op een iPad werkt. Op de iPad volgen zij eigenlijk hetzelfde formule dat Tobii Dynavox met hun TD Pilot ook volgt: ze hebben een aparte communicatie-app waar de eye tracker direct op werkt en om de rest van de iPad te bedienen, maken ze gebruik van Assistive Touch – prima formule eigenlijk. En op Windows hebben ze het ingebouwde oogbesturingssysteem lichtelijk aangepast. Wanneer ik hoorde dat het aangesloten kan worden op een iPad dacht ik dat het een zeer competitieve zet van hen was jegens Tobii Dynavox, maar helaas is dat niet echt het geval: ze hebben geen intentie om hun eye tracker afzonderlijk aan te bieden. Je kan het enkel aanschaffen met de iPad of de Windows-toestel erbij. Moesten ze het wel afzonderlijk aanbieden, zou het de enige ‘losse’ eye tracker zijn die je voor je iPad zou kunnen kopen.
Op naar woensdag dan.
26 juli: dag 3
Op het programma voor woensdag stond weer een aantal interessante presentaties, waaronder die van Madelon Toussaint (onderzoeker bij Kentalis, en mijn contactpersoon voor de reis) over het ontwikkelen van een serieuze game over OC. De game in kwestie is een game voor smartphones en tablets dat doelt om spelers (vooral beginnende OC-gebruikers en hun naasten) op spelende wijze te leren hoe zij kunnen communiceren. Op de demo die ze mee had, was te zien hoe de speler een bepaald symbool kon aantikken waarmee de personage op het scherm de corresponderende actie uitvoerde. Zo zagen we op het scherm een jongetje in een rolstoel geanimeerd werd, die buiten een wandeling maakte. De speler kon dan het symbooltje voor ‘Sneller!’ aantikken waarop het jongetje sneller ging rijden. Dus het doel is dat deze game als ondersteuning toegereikt kan worden naast de meer typische (therapeutische) activiteiten. Een slim concept gezien kinderen tegenwoordig opgroeien met de iPad.
Woensdagmiddag vond ik bijzonder leuk: we zijn toen gaan lunchen samen met iedereen van Nederland. Tijdens het eten konden we gezellig bijpraten over het congres. Leuk weetje: ook in Mexico waren er frieten te bestellen.
De tweede presentatie woensdag (eigenlijk had ik er meer gevolgd, maar dit schrijf ik nu op 10 augustus, dus alles herinneren gaat helaas niet meer) ging over de tewerkstellingsgraad van OC-gebruikers en mensen met een fysieke of mentale beperking in het algemeen, specifiek in Duitsland. Meer bepaald had de onderzoeker werkgevers bevraagd of ze het zouden overwegen om mensen van de bovengenoemde doelgroepen in dienst te nemen en wat de eventuele struikelblokken waren. Zijn conclusie was niet echt verrassend eigenlijk: er is een redelijk hoge werkloosheid binnen deze algemene groep en de voornaamste reden waarom de bevraagde werkgevers niet geneigd zijn om mensen met een handicap aan te nemen, was omdat ze vreesden dat er veel aanpassingen nodig zouden zijn op de werkvloer en omdat ze vreesden dat deze personen minder goed zouden presteren.
Mijn mening: het zou uiteraard beter zijn voor de integratie van mensen met een fysieke/mentale beperking in de samenleving indien – belangrijk punt – de persoon in kwestie in staat is om te werken en na een korte tijd geen burn-out ontwikkeld. Als we de wetgeving én de samenleving aan onze kant zouden hebben, zou er natuurlijk veel mogelijk zijn voor veel mensen. Denk aan: flexibele uren/werkdagen, volwaardige compensatie van de niet-gepresteerde uren (natuurlijk als dit komt vanwege de gezondheid van de persoon), de nodige aanpassingen op de werkvloer, het begrip en de steun vanuit de samenleving, etc.,
Maar helaas, in deze ultra-competitieve arbeidsmarkt en de focus op het maximaliseren van productiviteit i.p.v. het welbevinden van werknemers, is een fulltime job voor de meeste personen met een beperking gewoonweg een slecht idee. Ik persoonlijk zou veel liever mij inspannen en daarvoor verloond worden, in plaats van afhankelijk te zijn van de lonen van anderen, maar momenteel is dat een slecht idee indien ik wens een gezonde mentale toestand te blijven hebben. En ik denk niet dat dit enkel geldt voor mensen met een beperking, maar dat is een discussie voor een andere dag.
En woensdagavond was het tijd voor de ‘social event’. Dat was zeker een unieke ervaring, compleet anders dan dat ik het begrepen had toen ik het op papier las. Op papier stond dat we zouden rondvaren met bootjes door ‘de kanalen van Cancun’ met eten en muziek. En dat hebben we gedaan, alleen was de muziek en eten veel prominenter dan het rondvaren. Maar goed, weer een ervaring erbij zeker?
27 juli: laatste dag van het congres
Na een uur langer slapen zodat we een beetje konden recupereren van ‘het rondvaren’ (er was ook gewoon geen presentatie in de laatste voormiddag waar ik per se erbij wou zijn) begonnen we de dag met het bestuderen van posters. Klinkt raar, maar het was eigenlijk wel een interessant concept. In plaats van dat onderzoekers presentaties gaven over hun studies, hadden ze posters ontworpen daarover. Gedurende de tijd dat de posters daar ophingen, waren de onderzoekers ook daar zodat deelnemers hen vragen konden stellen. Dat vond ik een unieke manier om dat te organiseren. Er was zo veel meer ruimte om één op één een gesprek te voeren. De poster die mij interesseerde, ging over BCI’s. Het ging meer bepaald over welke toetsenbordinleidingen het gemakkelijkst waren te bedienen met je hersenen. Ik zal niet al te veel in detail gaan – want ik begreep er zelf niet veel van – maar ik heb wel iets anders bijgeleerd toen ik met die onderzoekster praatte: BCI voor mensen met CP is niet noodzakelijk ideaal. Dat vermoedde ik eigenlijk al: toen ik wat las over de materie voor mijn presentatie over BCI in Brussel afgelopen juni, viel mij het op dat de meesten die een BCI-systeem testten, meestal mensen waren die een dwarslaesie of een spierziekte hadden. De systemen die zij gebruikten, waren gebaseerd op het decoderen van de intentie tot bewegen. Dus een concreet voorbeeld: iemand kon letters spellen met BCI door te denken hoe hij met zijn mond die letters zou uitspreken. Die mentale vaardigheid om de motoriek aan te sturen heeft iemand met CP niet altijd. Dat is in feite exact het probleem bij ons: de signalen die mijn hersenen uitsturen zijn soms verkeerde signalen waardoor er ongecontroleerde bewegingen gebeuren. Als een BCI die signalen gewoon over zou zetten naar bewegingen bij een robotarm bijvoorbeeld, is het niet moeilijk in te zien dat dat problemen gaat geven. Maar gelukkig zijn er ook BCI-systemen die op een andere manier werken. Er zijn er die specifiek kijken naar hoe het brein reageert bij het zien van letters (door slimme trucjes, zoals het heel snel flitsen van letters, heeft deze methode succes als het komt op nauwkeurigheid maar is vrij traag, momenteel zelfs trager dan gewoon oogbesturing). En dan werken ze aan systemen die echt erop gericht zijn om echt de gedachten van de gebruiker om te zetten naar tekst, commando’s voor de computer, of zelfs direct naar spraak, maar deze methode is nog heel ver af om echt gebruikt te worden. Tot zover BCI’s.
Daarna werd ik weer eens aangesproken door iemand. Doorheen de week werd ik vele keren aangesproken, meestal omdat de elektronische arm waar mijn spraakcomputer aanhangt, iets heel uniek is blijkbaar. Dus men wou meestal weten waar ik die vandaan had of hoe ik die kon bedienen. Maar die keer was het voor iets heel anders. Ik werk aangesproken door een ontwikkelaar van een nieuw spraakprogramma die heel veelbelovend was. Men was het programma nog volop aan het ontwikkelen en vroeg mij om feedback. Helaas (voor jullie) heeft de ontwikkelaar gevraagd om nog geen details te delen, maar ik kan wel zeggen dat het bijna revolutionair genoemd kan worden vond ik persoonlijk. Hopelijk kan ik binnenkort meer zeggen.
En toen was het tijd voor de sluitingsceremonie. Toen we op weg waren naar de grote zaal waar alle vijfhonderd deelnemers deze unieke week zouden afsluiten, praatte ik met de voorzitster van ISAAC-NF over soortgelijke evenementen, want ook voor haar was het zeer duidelijk dat ik dit congres uiterst boeiend vond. Ze vertelde over de ATIA, een grote bijeenkomst in de VS over ondersteunde hulpmiddelen (een internationale REVA-beurs zeg maar) en dat ik ook daar eventueel zou kunnen presenteren. “Niet dit jaar, want men moet al van tevoren hun presentaties indienen. Maar misschien kun je gewoon online deelnemen? Het kost wel wat geld, maar ik denk dat dat voor jou heel interessant zou zijn.” Ik gaf aan dat ik het zou bekijken, en we liepen verder naar de sluitingsceremonie.
Naast heel veel terechte dankwoorden, werd er ook een aantal prijzen uitgereikt. Men kreeg onder andere een prijs voor de meeste standjes te bezoeken, er was ook een filmfestival die zijn winnaar dan kende. En dan was er een prijs waar elke deelnemer kans op maakte: een voucher om de ATIA online bij te wonen.
Terwijl dit allemaal gebeurde, was ik op mijn spraakcomputer aan het uitzoeken hoe ik mijn Telenet Webmail in de Windows Mail app kon integreren. Want doorheen de week had ik aan tientallen mensen mijn nieuwe – meer professioneel klinkende – e-mailadres gegeven en wou ervoor zorgen dat ik alle e-mailadressen tegelijk kon checken. Ik luisterde natuurlijk met één oor naar de prijsuitreiking:
Met dit handige stappenplan kan je je e-mailprogramma instellen voor je Telenet e-mailadres op je pc of laptop…
“En voor onze laatste prijs ga ik een naam uit deze grote kom trekken. De naam van iedere deelnemer zit hierin…”
Kies het e-mailprogramma waar je gebruik van maakt…
“En deze laatste prijs is misschien het interessantste prijs: een gratis voucher om online deel te nemen aan de ATIA aankomende januari…”
E-mail instellen of bestaande instellingen controleren? E-mail instellen zeker...?
,“Eens kijken tot welk kaartje mijn hand zich aangetrokken voelt. Aha, ik heb eentje te pakken Eens kijken…”
b. Zie je geen Accounts? Het menu kan ingeklapt zijn. Klik dan eerst op de drie streepjes linksboven.
“Aah mooi, ik geloof dat ook deze persoon voor de eerste keer een congres bijwoont.”
Leuk, zou het iemand van Mexico zelf zijn...?
“Omer Gunnie! (Ik hoop dat ik je naam correct uitgesproken heb) Gefeliciteerd! Kom maar naar voren.”
Ik keek eerst naar mijn vader naast me om er zeker van te zijn dat ik het juist gehoord had: ja dus (hij keek even verbaasd als mij). ‘Ok, mijn spraakcomputer iets hoger zetten. Langs waar moet ik gaan, door het midden is korter. Ja, dus mijn werd wel degelijk uitgeroepen werd: niemand houdt mij tegen en mensen van Nederland juichen het hardst. Ja, ik ben er. Degene die mijn naam uitriep, legt nu een envelop (ietwat onzeker) op mijn schoot. Oooh, de browser staat nog open en mensen zijn nu muisstil. Vlug, App Switcher, TD Talk, t, h, a…’
“Thank you so much!”
Dit was ongetwijfeld een heerlijke kers op een taart die al heel lekker was – en ik houd niet van kersen, dus dat zegt wel wat.
De rest van donderdag ging snel voorbij…
28 juli – 31 juli: de interview en de terugreis
Donderdag was de laatste dag van het congres en we hadden pas zaterdag onze vlucht naar Parijs. Vrijdag zat ik echter ook niet stil: ik kreeg de kans om onze buurman te interviewen voor mijn onderzoek over de vereenzelviging van OC-gebruikers met hun computerstemmen. Eigenlijk had ik aanvankelijk gehoopt om meer lotgenoten hierover aan te spreken, maar dat is er niet meer van gekomen. Ik was natuurlijk uiterst dankbaar dat onze buurman dat wou doen.
En toen werd het zaterdag. We hadden onze vlucht pas in de avond, maar we moesten ’s middags al uitchecken. Dit betekende dat we ongeveer vier uur lang in de lobby van het hotel moesten zitten – want om te voet naar ergens toe te gaan was het te heet. Terwijl ik in de lobby de Wordle van de dag aan het oplossen was, sprak een oudere man mij spontaan aan. Hij vertelde dat hij van Mexico City kwam en dat hij in Cancun samen met zijn dochter en Amerikaanse schoonzoon op vakantie was. De spontaniteit en de vriendelijkheid van de man verraste me. Na deze korte maar boeiende conversatie, keerde ik terug naar Wordle: het woord van de dag was ‘bathe’.
En toen was onze taxi er. De terugreis verliep eigenlijk even goed als de heenreis dus er valt niet veel anders over te vertellen: ook in de luchthaven van Cancun was er een aparte lounge waar we, na het afgeven van onze bagage naartoe gingen. Een leuk toeval op de terugvlucht: de man en vrouw die op de heenreis naast mij (aan de andere kant van het gangpad) zaten, waren er ook op de terugweg, dus het leek alsof er bijna niets veranderd was. De terugvlucht zelf verliep ook weer heel goed. Dit keer hebben we veel langer geslapen omdat het ’s nachts was in Mexicaanse tijd en we dus redelijk moe waren.
Het was omstreeks 13u toen we landden in Parijs. We hadden deze keer de TGV op dezelfde dag geboekt omdat we geanticipeerd hadden liever thuis te willen slapen dan nog een dag in een hotel. Daarom keken we de hele vlucht lang naar de klok om te zien of we het zouden halen. Het leek dik in orde te zijn, tot we landden. De bagage-ophaler die ons vliegtuig moest dienen, bleek defect te zijn en ze konden niet zeggen wanneer het weer in orde zou zijn. Maar Alhamdulillah, na een halfuur wachten hadden we onze bagage al.
We hadden wel een ander probleem: de TGV zelf had uiteindelijk 45 minuten vertraging opgelopen waardoor we onze aansluiting in Brussel misten. Maar gelukkig kon ik via Messenger de NMBS contacteren en hen op de hoogte stellen dat we de volgende trein zouden nemen. En zo kwamen we omstreeks 21u thuis aan en hadden we een zeeeer goede nachtrust.
Nogmaals wil ik Kentalis van harte bedanken voor deze unieke reis! Het was waarlijk een week vol nieuwe kennismakingen met warme mensen en vol met uiterst interessante presentaties.
Op naar Rome? Dat gaan we zeker doen inshaAllah.
Comments